ECLI:NL:CBB:2019:350
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van subsidiabele oppervlakte van landbouwperceel door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft de Maatschap [naam] beroep ingesteld tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de vaststelling van de subsidiabele oppervlakte van perceel 10 van hun landbouwbedrijf. De minister had eerder besluiten genomen over de toewijzing van betalingsrechten en de uitbetaling van basis- en vergroeningsbetalingen, maar de appellante was het niet eens met de vastgestelde oppervlakte van 7,45 ha, die door de minister was goedgekeurd. De appellante had een oppervlakte van 7,47 ha opgegeven en voerde aan dat de greppel op het perceel niet als niet-subsidiabel kon worden aangemerkt. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de minister voldoende gemotiveerd had waarom de greppel niet subsidiabel was. Het College oordeelde dat de minister de subsidiabele oppervlakte van het perceel correct had vastgesteld en dat het beroep ongegrond was. Wel werd de minister veroordeeld in de proceskosten van de appellante tot een bedrag van € 1.024,- en moest het betaalde griffierecht van € 338,- worden vergoed. De uitspraak werd gedaan op 13 augustus 2019.