ECLI:NL:CBB:2020:1013
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering S&O-verklaring voor projectontwikkeling robotica
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 22 december 2020, zijn drie zaken behandeld met betrekking tot de weigering van S&O-verklaringen voor een project gericht op de ontwikkeling van robotica-oplossingen. Appellante, een B.V. die zich bezighoudt met geïntegreerde robotica- en inspectieoplossingen, had aanvragen ingediend voor S&O-verklaringen voor de perioden januari tot en met juni 2019, juli tot en met december 2019, en januari tot en met juni 2020. De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat had deze aanvragen afgewezen, omdat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat haar werkzaamheden binnen het project direct en uitsluitend gericht waren op de ontwikkeling van technisch nieuwe producten of processen, zoals vereist door de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (Wva).
De rechtbank oordeelde dat appellante onvoldoende bewijs had geleverd dat zij zich bezighield met speur- en ontwikkelingswerk in de zin van de Wva. De werkzaamheden die appellante verrichtte, zoals het opzetten en evalueren van testen, werden niet als S&O aangemerkt. Het College volgde de staatssecretaris in zijn standpunt dat de aanvragen niet konden worden goedgekeurd, omdat appellante niet zelf de technische knelpunten onderzocht en oploste, maar dit overliet aan een derde partij. De rechtbank concludeerde dat de weigering van de S&O-verklaringen terecht was, omdat appellante niet voldeed aan de vereisten van de wet.