ECLI:NL:CBB:2020:17
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om ontheffing op grond van de Meststoffenwet door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft Varkenshouderij [naam] B.V. beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar verzoek om ontheffing op grond van de Meststoffenwet (Msw) door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het primaire besluit, genomen op 26 juni 2018, wees het verzoek af, en het bestreden besluit van 16 augustus 2018 verklaarde het bezwaar ongegrond. De zitting vond plaats op 22 oktober 2019, waar beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
Appellante verzocht om ontheffing van het verbod om pluimvee te houden zonder voldoende pluimveerechten, met de bedoeling deze ontheffing te laten vervangen door een eerder verleende ontheffing op basis van de POR 2-regeling. De minister wees het verzoek af, omdat het verlenen van een ontheffing in strijd zou zijn met het beleid gericht op de naleving van de fosfaatproductieplafonds in Nederland.
In beroep voerde appellante aan dat er geen overschrijding van het sectorale fosfaatplafond was en dat de pluimveesector veel mestverwerking had gerealiseerd. Daarnaast stelde zij dat de looptijd van de POR-regeling eindigde met het afschaffen van het dierenrechtenstelsel. Appellante verwees naar de investeringen die zij had gedaan om de ontheffing te verkrijgen en de extra kosten voor het aanschaffen van duurdere varkensrechten.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de gronden van appellante inhoudelijk gelijkluidend waren aan eerdere uitspraken en dat deze niet slaagden. De investeringen werden gezien als normale bedrijfsrisico's en het beroep werd ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 januari 2020.