ECLI:NL:CBB:2021:162

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
17 februari 2021
Publicatiedatum
17 februari 2021
Zaaknummer
20/654 ea
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in zaken betreffende tariefbeschikkingen voor geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 februari 2021 een beslissing genomen tot heropening van het onderzoek in meerdere zaken die betrekking hebben op tariefbeschikkingen voor de geestelijke gezondheidszorg. De betrokken appellanten zijn onder andere Stichting GGNet, Stichting Arkin, Stichting Emergis, en de Vereniging Geestelijke Gezondheidszorg Nederland. De verweerster in deze zaken is de Nederlandse Zorgautoriteit. De tariefbeschikkingen, die op 1 januari 2020 in werking zijn getreden, betroffen de prestaties en bijbehorende tarieven voor gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg, generalistische basis-ggz en forensische zorg. De appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de verweerster, die deze bezwaren ongegrond heeft verklaard. Hierop hebben de appellanten beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 11 februari 2021 is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. Het College heeft besloten het onderzoek te heropenen, omdat verweerster bij haar pleitnota een nieuw stuk heeft gevoegd dat niet eerder in het geding is gebracht. Dit stuk bevat belangrijke informatie die de appellanten niet in staat stelde om ter zitting inhoudelijk te reageren. Het College heeft de appellanten een termijn van vier weken gegeven om op dit stuk te reageren, waarna verweerster ook de gelegenheid krijgt om te reageren op de ingediende stukken van de appellanten. Het College zal partijen vervolgens informeren over het verdere verloop van de procedure.

Uitspraak

beslissing
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
zaaknummers: 20/654, 20/655, 20/656, 20/657, 20/658, 20/673, 20/674, 20/675 en 20/676
Beslissing tot heropening van het onderzoek in de zaken tussen

1.Stichting GGNet, te Zutphen, appellante sub 1 (20/654 en 20/655)

2.Stichting Arkin, te Amsterdam, appellante sub 2 (20/656 en 20/657)

3.Stichting Emergis, te Goes, appellante sub 3 (20/658)

(gemachtigden: mr. D.W.L.A. Schrijvershof en mr. J.C. Plettenburg)

4.deVereniging Geestelijke Gezondheidszorg Nederland, te Amersfoort,deNederlandse Vereniging voor Psychiatriete Utrecht,

appellanten sub 4a en 4b (20/676), en
Meer GGZte Leidschendam,
appellanten sub 4a, 4b en 4c (20/673 en 20/674)

5.deVereniging Gehandicaptenzorg Nederland, te Utrecht,

Stichting Ipse de Bruggen, te Zoetermeer, en
Stichting Dichterbij, te Gennep,
appellanten sub 5 (20/675)
(gemachtigden: mr. J.J. Rijken en mr. H.M. den Herder)
en
de
Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster
(gemachtigden: mr. E.C. Pietermaat en mr. drs. F.J.H. van Tienen).
Appellanten sub 1 tot en met 5 worden hierna aangeduid als: appellanten.
Procesverloop
Met de tariefbeschikkingen van 1 en 20 augustus 2019 (met respectievelijk kenmerk TB/REG-20629-01, TB/REG-20631-01 en TB/REG-20630-01) heeft verweerster de prestaties en bijbehorende tarieven voor gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg, generalistische basis-ggz en forensische zorg vastgesteld, die met ingang van 1 januari 2020 in werking zouden treden. Voorafgaand aan de beoogde inwerkingtreding zijn de tariefbeschikkingen vervangen door de tariefbeschikkingen van 31 oktober 2019 (met kenmerk TB/REG-20629-02, TB/REG-20631-02 en TB/REG-20630-02). De tariefbeschikkingen zijn op 1 januari 2020 in werking getreden en golden voor het jaar 2020.
Bij besluiten van 18 juni 2020 (de bestreden besluiten) heeft verweerster de bezwaren van appellanten, voor zover hier van belang, ongegrond verklaard.
Appellanten hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.
Verweerster heeft verweerschriften ingediend.
Ten aanzien van een aantal stukken die verweerster verplicht is over te leggen heeft zij medegedeeld dat uitsluitend het College daarvan kennis zal mogen nemen. Bij beslissing van 5 februari 2021 (ECLI:NL:CBB:2021:143) heeft het College de gevraagde beperking van de kennisneming (deels) gerechtvaardigd geacht. De andere partijen hebben het College toestemming verleend om mede op grondslag van die stukken uitspraak te doen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 februari 2021.
Partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden.
Het College heeft het onderzoek in deze zaken ter zitting gesloten.
Overwegingen
1. Het College is tot het oordeel gekomen dat het onderzoek niet volledig is geweest en heropent daarom het onderzoek.
2. Verweerster heeft bij haar pleitnota voor de zitting een stuk gevoegd (bijlage A) dat in die vorm niet eerder in het geding is gebracht. Het gaat om codes behorend bij een statistische toets die verweerster heeft toegepast, resultaten en een toelichting. Appellanten hebben verzocht om de gelegenheid te krijgen hierop te reageren omdat zij niet in staat zijn hierop ter zitting inhoudelijk te reageren. Dit verzoek willigt het College in. Appellanten krijgen een termijn van vier weken na verzending van deze heropeningsbeslissing om te reageren. Het College stelt verweerster in de gelegenheid om vervolgens binnen vier weken na de ontvangst van het stuk of de stukken van appellanten daarop een reactie te geven.
3. Nadat de reacties van appellanten en verweerster zijn ontvangen, zal het College partijen berichten over het verdere verloop van de procedure.

Beslissing

Het College:
- heropent het onderzoek;
- bepaalt dat appellanten een termijn vier weken na verzending van deze heropeningsbeslissing krijgen om te reageren op bijlage A bij de pleitnota van verweerster;
- stelt verweerster in de gelegenheid om binnen vier weken na ontvangst van het stuk of de stukken van appellanten daarop een reactie te geven;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus genomen door mr. J.L. Verbeek, mr. S.C. Stuldreher en
mr. M.M. Smorenburg, in aanwezigheid van mr. M.G. Ligthart als griffier, op .
De voorzitter is verhinderd De griffier is verhinderd
te ondertekenen te ondertekenen