In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 februari 2021 een mondelinge tussenuitspraak gedaan in het kader van een geschil tussen appellante, een onderneming, en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de weigering van een tegemoetkoming op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. Het bestreden besluit, dat op 25 september 2020 is genomen, verklaarde het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk wegens niet-verschoonbare termijnoverschrijding. Appellante heeft echter betoogd dat het besluit niet op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, waardoor de bezwaartermijn niet is aangevangen.
Tijdens de zitting heeft het College vastgesteld dat het besluit per e-mail is verzonden vanuit een no-reply emailadres, zonder dat appellante expliciet had aangegeven dat zij op deze wijze bereikbaar was. Het College oordeelde dat de verzending per e-mail niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor de bezwaartermijn niet op de juiste wijze was ingegaan. Het College heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken na de tussenuitspraak een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de overwegingen in deze uitspraak. De overige gronden van appellante zijn niet besproken, en het College houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.