ECLI:NL:CBB:2021:818
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verzoek om herziening fosfaatrecht op basis van nieuwe feiten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan in het beroep van een appellante tegen de afwijzing van haar verzoek om herziening van het fosfaatrecht. De appellante, een agrarisch bedrijf, had in 2018 verzocht om herziening van een eerder besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin haar fosfaatrecht was vastgesteld. De minister had dit verzoek afgewezen, omdat er volgens hem geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. De appellante voerde aan dat er wel degelijk nieuwe feiten waren, zoals een aan- en afvoerverbod en een gewijzigde registratie van haar rundvee, die niet als nieuw feit waren erkend door de minister. Het College oordeelde echter dat de appellante deze feiten vóór het primaire besluit had kunnen en moeten aanvoeren, en dat de onjuiste registratie van het rundvee niet als nieuw feit kon worden aangemerkt. Het College concludeerde dat het verzoek om herziening terecht was afgewezen, omdat er geen evidente onredelijkheid was in de beslissing van de minister. Het beroep van de appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.