Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 21 juni 2022 in de zaak tussen
[BV] B.V., te [plaats] , de BV,
de minister van Economische zaken en Klimaat, de minister,
Inleiding
Op 10 december 2019 heeft de minister € 28.000,- subsidie aan de BV verleend.
€ 0,-, omdat hij de subsidie niet zou hebben verleend als bij de aanvraag al bekend was dat de BV de warmtepompen al had gekocht. De subsidie moet namelijk van tevoren worden aangevraagd. De minister heeft de vaststelling op € 0,- in zijn besluit op bezwaar gehandhaafd.
Het wettelijk kader dat van toepassing is
Inhoudelijke beoordeling
Het College volgt dat betoog niet. Van doorslaggevend belang is dat de BV geen recht had op de subsidie op grond van artikel 22, eerste lid, aanhef en onder c, van het Kaderbesluit. Dat de BV niet op de hoogte was van het feit dat zij de warmtepompen pas ná het indienen van de subsidieaanvraag mocht aanschaffen, komt voor haar risico. Het is aan de BV om zich van de regels op de hoogte te stellen en zich daaraan te houden. Dat de website van RVO onduidelijk zou zijn, zoals de BV stelt, is in dat verband niet van belang. Die website is slechts een hulpmiddel. Als de BV de regelgeving onduidelijk vond, had zij daar zelf advies over moeten inwinnen.
Beslissing
21 juni 2022.