ECLI:NL:CBB:2024:518

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
23 juli 2024
Publicatiedatum
19 juli 2024
Zaaknummer
23/581
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag COVID-19 door de minister van Economische Zaken

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het eerste kwartaal van 2021. De onderneming, vertegenwoordigd door [naam 1] B.V., had op 28 juli 2021 een aanvraag ingediend, maar deze werd door de minister van Economische Zaken als een pro-forma-aanvraag aangemerkt en afgewezen. De minister verklaarde het bezwaar van de onderneming ongegrond in een besluit van 5 januari 2023, waartegen de onderneming beroep instelde.

Het College heeft geoordeeld dat de aanvraag buiten de aanvraagperiode was ingediend, die liep van 15 februari 2021 tot en met 18 mei 2021. De wetgeving biedt geen ruimte voor het indienen van late aanvragen, en de minister heeft geen onterecht beleid gevoerd door de aanvraag af te wijzen. De onderneming voerde aan dat er technische problemen waren bij het indienen van de aanvraag, maar het College oordeelde dat de onderneming zelf verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van de aanvraag en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de afwijzing onevenredig maakten.

Daarnaast werd het beroep op het gelijkheidsbeginsel verworpen, omdat in het vergelijkbare geval van [naam 2] B.V. sprake was van ernstige persoonlijke omstandigheden, wat in deze zaak niet het geval was. Het College verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing door de minister.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/581
uitspraak zonder zitting van de enkelvoudige kamer van 23 juli 2024 in de zaak tussen

[naam 1] B.V., te [plaats] (de onderneming)

en

de minister van Economische Zaken

Procesverloop

Met het besluit van 10 november 2021 heeft de minister de melding van de onderneming van 28 juli 2021 aangemerkt als pro-forma-aanvraag om een subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het eerste kwartaal (Q1) van 2021 en deze vervolgens afgewezen.
Met het besluit van 5 januari 2023 (bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van de onderneming ongegrond verklaard.
De onderneming heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.

Beoordeling

1 Het College doet uitspraak zonder zitting, omdat het na lezing van het beroepschrift en de andere stukken in het dossier over voldoende informatie beschikt om tot een oordeel te komen. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een zitting in dat geval niet nodig is.
2.1
Een subsidieaanvraag voor Q1 van 2021 kon worden ingediend in de periode van
15 februari 2021 (vanaf 12.00 uur) tot en met 18 mei 2021 (vóór 17.00 uur). Uit de TVL volgt dat de minister een aanvraag moet afwijzen als deze niet tijdig is ingediend. De Awb en de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies (waar de TVL op gebaseerd is), bieden geen grondslag om daarvan af te wijken.
2.2
Als een ondernemer na het verstrijken van de aanvraagperiode contact opneemt met de minister om een probleem bij de aanvraag te melden, merkt de minister deze melding aan als pro-forma-aanvraag en beoordeelt vervolgens of de door een ondernemer aangevoerde omstandigheden aanleiding geven om hem op grond van het evenredigheidsbeginsel alsnog de mogelijkheid te bieden een aanvraag in te dienen. Bij die beoordeling neemt de minister als uitgangspunt dat het de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers is om tijdig een aanvraag in te dienen. In sommige gevallen vindt de minister het tegenwerpen van deze eigen verantwoordelijkheid echter niet evenredig. Dan gaat het om gevallen waarin ten tijde van de aanvraagperiode sprake was van ‘ernstige persoonlijke omstandigheden’. Ondernemers kunnen ook een beroep doen op ‘overige omstandigheden’. Zie ook de uitspraak van het College van 13 juni 2023 (ECLI:NL:CBB:2023:293) [1] waarin deze werkwijze van de minister is besproken. Het College merkt op dat het daarbij gaat om beleid dat zijn grondslag vindt in het ongeschreven evenredigheidsbeginsel. Daaraan zal ook het bestreden besluit worden getoetst.
3. De onderneming heeft aangevoerd dat zij bij de Kamer van Koophandel (KvK) was ingeschreven met de Standaard Bedrijfsindeling (SBI)-code 64.20 (Financiële holdings). Op 6 mei 2021 heeft de accountant van de onderneming geprobeerd een aanvraag in te dienen, maar in het online portal van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) werd aangegeven dat er op basis van SBI-code 64.20 geen aanspraak op subsidie bestond. Er was digitaal geen enkele mogelijkheid om de aanvraag in te dienen. Voor latere periodes was het wel mogelijk om een aanvraag in te dienen onder SBI-code 64.20, waarna dan een aanvulling kon worden gedaan of bezwaar kon worden gemaakt. Voor latere periodes heeft de onderneming op deze manier wel subsidie gekregen. De RVO heeft kennelijk na mei 2021 technische aanpassingen doorgevoerd in het digitale aanvraagsysteem. Volgens de onderneming heeft een medewerker van de RVO dit op 9 maart 2023 telefonisch aan haar bevestigd. Ten slotte stelt de onderneming dat de aanvraag van [naam 2] B.V. door vergelijkbare omstandigheden ook te laat was gedaan, maar dat die alsnog is toegewezen.
4. Het College is van oordeel dat in dit geval het afwijzen van de aanvraag niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Het niet tijdig indienen van de aanvraag komt daarom voor rekening van de onderneming. Voor dit oordeel is het volgende van belang. De minister heeft onderzocht, zo staat in het verweerschrift, of er sprake is geweest van een blokkering met betrekking tot de SBI-code bij de aanvraag voor Q1 van 2021. Hiervan blijkt geen sprake te zijn geweest. Na het invullen van haar KvK-nummer met de bijbehorende SBI-code 64.20, kreeg de onderneming een pop-up te zien waarin stond dat zij op basis van deze SBI-code niet in aanmerking zou komen voor een subsidie. De aanvraag kon echter wel verzonden worden. Op het moment dat de onderneming tegen problemen in het digitale aanvraagsysteem aanliep, had zij contact op kunnen nemen met de RVO. Niet is gebleken dat zij dit (binnen de aanvraagperiode) heeft gedaan. Verder blijkt niet uit de klantcontactnotities die de minister met het verweerschrift heeft meegestuurd dat er op 9 maart 2023 telefonisch contact met de onderneming is geweest. Er zijn geen bijzondere omstandigheden die de afwijzing onevenredig maken.
5. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet. De minister heeft toegelicht dat in het geval van [naam 2] B.V. sprake was van ernstige persoonlijke omstandigheden waardoor de aanvraag buiten de aanvraagperiode was ingediend. In dat geval heeft de minister het tegenwerpen van de eigen verantwoordelijkheid van de ondernemer niet evenredig geacht. In het geval van de onderneming is niet gebleken van ernstige persoonlijke omstandigheden, zodat van gelijke gevallen geen sprake is.
6. Het beroep is (kennelijk) ongegrond.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van mr. A.A. Dijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2024.
w.g. B. Bastein w.g. A.A. Dijk
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat u kunt doen als u het niet eens bent met deze uitspraak

Tegen deze uitspraak kunt u in verzet gaan bij het College. U doet dit door in een brief (het verzetschrift) toe te lichten waarom u het niet eens bent met de uitspraak. Zorg ervoor dat het College uw verzetschrift op tijd ontvangt, namelijk binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. In uw verzetschrift kunt u het College vragen om mondeling te mogen toelichten waarom u het niet eens bent met de uitspraak.

Voetnoten

1.Deze uitspraak is te vinden op www.rechtspraak.nl.