1.2De inspecteurs beschrijven de aangetroffen situatie, voor zover relevant, als volgt:
Ten aanzien van de drinkwatervoorziening
“Stal A:
Wij zagen dat in de hokken 1 t/m 4 voor de voorziening van drinkwater in ieder hok een zogenaamde varkensdrinknippel en een lepeldrinkbak was gemonteerd.
Deze varkensdrinknippels zijn niet geschikt voor runderen omdat runderen hier niet op een fysiologische passende wijze uit kunnen drinken. Zie hiervoor verder de voorafgaande rapportage, […].
Wij zagen dat in de hokken 1/t/m 3 de lepeldrinkbakken vies waren door de aangekoekte mest. Ook zagen wij dat de lepeldrinkbakken in de hokken 2 en 3 zodanig vol mest zaten dat de 10 in deze hokken gehuisveste runderen hier niet uit konden drinken. De 10 runderen werden hierdoor gedwongen middels de ongeschikte varkensdrinknippels in hun behoefte aan water te voorzien.
Stal B:
Wij zagen dat ook in de hokken 5 t/m 15, voor de voorziening van drinkwater in ieder hok een zogenaamde varkensdrinknippel en een lepeldrinkbak was gemonteerd.
Wij zagen dat in hok 7 de lepeldrinkbak was afgebroken. De 5 runderen werden hierdoor gedwongen middels de ongeschikte varkensdrinknippels in hun behoefte aan water te voorzien.
Wij zagen en hebben gemeten dat de lepeldrinkbakken in de hokken 5, 8, 12, 13 en 14 op een hoogte van ruim 110 cm. waren gemonteerd. Dit is voor runderen te hoog om op fysiologische wijze te kunnen drinken. Het is ons bekend dat de algemeen geadviseerde en toegepaste hoogte van dergelijke drinkbakjes, 80 cm is. Wij zagen dat deze lepeldrinkbakjes in de hokken 12 en 13 ook zodanig vervuild waren met mest dat ze niet geschikt waren om uit te drinken. De 15 in deze 4 hokken gehuisveste runderen werden hierdoor gedwongen middels de ongeschikte varkensdrinknippels in hun behoefte aan water te voorzien.
Wij zagen dat runderen geen toegang hadden tot een toereikende hoeveelheid water van passende kwaliteit.”
Ten aanzien van zieke/gewonde runderen en passende huisvesting
“Stal B:
Wij zagen en telden dat er in hok 12, 3 runderen waren gehuisvest. Wij zagen dat het rund met merken met werknummer [… 1] een indruk maakte ziek/niet fit te zijn. Het rund had doffe diepliggende ogen en stond steeds met het hoofd naar beneden gebogen. Wij zagen dat dit rund rechts achter een dikke hak had en zijn achterpoten onnatuurlijk ver naar voren onder het lijf plaatste. Wij zagen dat het rund zeer moeizaam en kreupel liep toen ik, toezichthouder [naam 2] , het rund aanspoorde om zich te verplaatsen.
Wij zagen dat het rund met merken met werknummer [… 2] kreupel was aan de rechter achterpoot en dit poot bij het staan en lopen probeerde te ontlasten. Ook zagen wij dat dit rund erg lang doorgegroeide klauwen had en dringend bekapt moest worden.
Wij zagen dat deze beide runderen zich zichtbaar niet konden handhaven tussen de andere runderen en op de kale betonnen roostervloer in dit hok.
Bij het eerdere aanspreken van […] bij aankomst op het bedrijf had hij zelf direct al verteld dat er in deze stal
"een koe was met te lange klauwen die hij nog moest bekappen". […] gaf hiermee aan zich al bewust te zijn dit rund niet de onmiddellijke nodige verzorging te hebben gegeven.
Desgevraagd vertelde […] dat hij deze beide runderen niet behandelde en dat hij voor deze runderen geen dierenarts had geraadpleegd.
Wij zagen dat runderen die ziek of gewond leken niet onmiddellijk op passende wijze werden verzorgd.
Scherpe/losse delen
Stal B:
Wij zagen dat de hokken in deze stal van elkaar werden gescheiden door hekwerk van ijzeren buizen. Wij zagen dat één van deze buizen tussen de hokken 8 en 9 losgebroken was en schuin het hok 9 in stak, zodat de 2 hier gehuisveste runderen zich hieraan konden verwonden.
Wij zagen dat in hok 7 de lepeldrinkbak was afgebroken. Wij zagen dat er aan het gedeelte van de drinkbak dat nog in het hok bevestigd was scherpe randen/uitsteeksels zaten waar de 5 hier gehuisveste runderen zich aan konden verwonden.
Wij zagen dat op de vloer in hok 13 een losliggende plank lag waar de 5 hier gehuisveste runderen zich door konden verwonden.
Stal C:
Wij zagen dat in deze stal in hok 20 runderen aangebonden op stal stonden. Wij zagen dat in de muur naast de achterste aanbindplaats een gat zat waar een losse plaat voor stond en waarvoor schuin over de aanbindplaats heen een constructie van enkele ijzeren buizen geplaatst was. Wij zagen dat het hier aangebonden rund zich door/aan deze constructie kon verwonden.
Wij zagen dat behuizingen, waaronder begrepen de vloer, waarin runderen verbleven op zodanige wijze waren ontworpen, gebouwd en onderhouden dat bij de dieren letsel of pijn werd veroorzaakt en dat het scherpe randen of uitsteeksels bevatte waaraan de runderen zich konden verwonden.
Oppervlakte
Stal B:
Wij zagen en telden dat er in hok 13, 5 volwassen vrouwelijke runderen waren gehuisvest, (werknummers [… 3] , [… 4] , [… 5] , [… 6] en [… 7] ) Wij zagen dat er voor deze runderen erg weinig ruimte beschikbaar was. Wij hebben dit hok opgemeten en berekende dat het hok een oppervlakte van 12.066 m2 had. (3.082 m. bij 3.914 m.) Gezien de vloeroppervlakte kunnen deze 5 runderen hier waarschijnlijk wel gelijktijdig liggen. De beschikbare oppervlakte is echter zodanig krap dat als 1 of enkele runderen willen gaan liggen ze hierdoor telkens zodanig getrapt en gestoten worden door de niet liggende runderen dat ze alleen rustig kunnen liggen als ze allemaal tegelijk gaan liggen. Het is ons bekend dat runderen hierdoor minder gaan liggen als waar ze fysiologisch behoefte aan hebben.
Wij zagen dat runderen niet voldoende ruimte werd gelaten voor hun fysiologische en ethologische behoeften.
Ligplaatsen kalveren
Stal C.
Wij zagen dat in hok 19 een kalf met merken met werknummer 5370 was gehuisvest. Aan de ontwikkeling en de op de stallijst vermelde gegevens zagen wij dat dit een kalf van Ongeveer 6 weken oud was. Wij zagen dat de bodem van het hok bedekt was met een laag door mest en urine verontreinigd en nat en hierdoor grotendeels bruin verkleurd stro. Ik, toezichthouder [naam 2] zag, nadat ik het hok betreden had, dat er plasjes van mest en urine ontstonden overal op de plaatsen waar ik ging staan in dit hok. Wij zagen dat er voor dit kalf geen droge
ligplaats was in dit hok.
Toereikende en hygiënische huisvesting.
Wij zagen dat er in de hokken 1 t/m 4 van stal A jongvee was gehuisvest. Wij zagen dat deze hokken een volledige betonnen roostervloer hadden. Wij zagen ook dat de roostervloer in deze hokken grotendeels vies en nat was door de mest en urine van de runderen met opgehoopte mest langs de randen van de hokken.
Wij zagen dat er zodanig veel runderen in ieder hok zaten (4 in hok 1 en 5 in hok 2 t/m 4) dat de runderen geen mogelijkheid hebben om tegelijk op de weinige drogere gedeelten van de vloer te gaan liggen. Om tegelijk te kunnen liggen hadden deze runderen de vloer in het hele hok nodig. Wij zagen dat de runderen in deze hokken ook vies en gedeeltelijk nat waren door de aan hun vacht gekoekte mest en urine. Door de niet verwijderde mest en urine op deze kale betonnen roostervloer konden deze runderen niet over een geschikte droge ligplaats beschikken.
Wij zagen dat runderen niet een toereikende behuizing hadden onder voldoende hygiënische omstandigheden.”