Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 september 2025 in de zaak tussen
[naam 1] en [naam 2] , vennoten van de vennootschap onder firma [naam 3] , te [woonplaats]
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Procesverloop
Overwegingen
p. 15) en zo uitvoering te geven aan de Nitraatrichtlijn (zie Kamerstukken II 2015/2016, 34532, nr. 3, p. 39).
Dit leidt tot het oordeel dat sprake is van een individuele buitensporige last voor zover appellanten hun oorspronkelijke, legaal gehouden veebestand niet meer kunnen houden. Immers hebben appellanten enerzijds het nadeel dat zij beduidend minder melk kunnen produceren en daardoor inkomsten derven, anderzijds vindt dit geen rechtvaardiging in de belangen die zijn gemoeid met de doelstelling van het fosfaatrechtenstelsel. Dat in het kader van de Regeling Fosfaatreductieplan 2017 (Regeling) anders is geoordeeld (zie de uitspraak van 27 oktober 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:752)) maakt het voorgaande niet anders. Die uitspraak zag op de voorgenomen uitbreiding en niet op de daling van het veebestand voorafgaand aan de peildatum.
[…]”