ECLI:NL:CBB:2025:617
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake subsidie COVID-19
Op 25 november 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van [naam 1] B.V. tegen de minister van Economische Zaken. De onderneming had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 30 april 2024, waarin haar beroep tegen een besluit van de minister van 30 oktober 2023 niet-ontvankelijk was verklaard wegens een overschrijding van de beroepstermijn. De zitting vond plaats op 21 oktober 2025, waar de onderneming werd vertegenwoordigd door [naam 2] en de minister door mr. S.M. Piron en mr. C. Zieleman.
De onderneming stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat zij te maken had met een wisseling van accountant en een overstap naar een nieuw boekhoudprogramma, wat meer tijd vergde dan verwacht. Het College oordeelde echter dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, aangezien de onderneming zelf verantwoordelijk was voor de omstandigheden die tot de vertraging hadden geleid. Het College benadrukte dat de ontvankelijkheid van het beroep niet afhankelijk is van de ingrijpendheid van het besluit of de financiële gevolgen ervan.
Uiteindelijk verklaarde het College het verzet ongegrond, wat betekent dat het beroep van de onderneming niet inhoudelijk werd behandeld. De minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. Deze uitspraak werd openbaar uitgesproken op 25 november 2025.