Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 2 december 2025 op het hoger beroep van
[naam 1] , te [woonplaats] (onderneming)
(gemachtigde: A.H.J. van der Putten),
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
€ 2.500,- tot een bedrag van € 54.800,-. De onderneming heeft volgens de minister – voor zover in hoger beroep van belang – 186 keer artikel 80, derde lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (Uitvoeringsregeling) overtreden door in 186 monsterverpakkingen een gaatje te prikken. De onderneming heeft hierdoor de mestmonsters niet zodanig bewaard dat deze in goede staat blijven verkeren (feitcode M517). Volgens de minister is de integriteit van een mestmonster niet langer verzekerd wanneer in een monsterverpakking een gaatje is geprikt. De mestmonsters zijn dan vatbaar voor manipulatie en/of de atmosfeer waarin het mestmonster wordt bewaard kan dan veranderen. Dat de onderneming heeft willen voorkomen dat de monsterverpakkingen zouden knappen en dat niet gebleken is dat de mestmonsters zijn gemanipuleerd, maakt dat volgens de minister niet anders.
Aangevallen uitspraak
€ 600,- en eenmaal € 300,- – is de onderneming niet opgekomen, zodat deze boetes vaststaan. Na matiging van de boete met € 2.500,- vanwege overschrijding van de beslistermijn komt de rechtbank uit op een boete van € 26.900,-.