ECLI:NL:CRVB:2004:AR2862
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- A.B.J. van der Ham
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijstandsuitkering op basis van onvoldoende inzicht in noodzakelijke kosten van bestaan
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Kobossen, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen, waarin zijn aanvraag voor een bijstandsuitkering op grond van de Algemene bijstandswet (Abw) was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat appellant niet in voldoende mate had aangetoond hoe hij in zijn noodzakelijke kosten van het bestaan had voorzien. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 17 augustus 2004, waarbij gedaagde, het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Eibergen, werd vertegenwoordigd door drs. S.G. Kruit.
De Raad heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 september 2003, waarin ook al was geoordeeld dat appellant onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn financiële situatie. De Raad concludeert dat de gedaagde terecht de aanvraag van appellant heeft afgewezen, omdat deze niet kon aantonen dat hij recht had op bijstand. De Raad benadrukt dat appellant op het aanvraagformulier van 27 november 2001 geen melding heeft gemaakt van zijn schulden, wat zijn positie verder ondermijnt.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is genomen door een collegiaal orgaan, waarbij de voorzitter en de leden unaniem tot het oordeel zijn gekomen dat de gedaagde zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat appellant niet voldoende inzicht heeft gegeven in zijn financiële situatie. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 28 september 2004.