ECLI:NL:CRVB:2009:BH0147
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- A.C.A. Wit
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beperkingen
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, die op 15 februari 2007 het beroep van appellante tegen een besluit van het Uwv gegrond verklaarde. Het Uwv had in dat besluit geweigerd om aan appellante per 4 januari 2006 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat haar arbeidsongeschiktheid minder dan 35% zou zijn. De rechtbank vernietigde het besluit van het Uwv, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven. Appellante stelde dat zij in medisch opzicht meer beperkt was dan door het Uwv en de rechtbank was aangenomen, en dat zij de aan de schatting ten grondslag liggende functies niet kon vervullen.
Tijdens de zitting op 5 december 2008 was appellante niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. E.T.B. van der Werf. De Raad overwoog dat het Uwv bij het opstellen van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) rekening had gehouden met de fysieke en psychische beperkingen van appellante. De Raad concludeerde dat de medische grondslag van het bestreden besluit niet onjuist was en dat er geen nieuwe medische gegevens waren ingediend die de belastbaarheid van appellante op de datum in geding in twijfel trokken.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv voldoende had gemotiveerd dat de functies waarop de schatting was gebaseerd, passend waren voor appellante. Het hoger beroep van appellante faalde, en de Raad bevestigde de aangevallen uitspraak zonder proceskostenveroordeling voor het Uwv. De uitspraak werd gedaan door G.J.H. Doornewaard, in tegenwoordigheid van A.C.A. Wit als griffier, op 16 januari 2009.