ECLI:NL:CRVB:2012:BW3259
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om persoonsgebonden budget voor de aanschaf van een vierwielige scootmobiel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 april 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Assen. Appellante had een verzoek ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) voor de aanschaf van een vierwielige scootmobiel, nadat zij eerder een driewielige scootmobiel in bruikleen had ontvangen van de gemeente Hoogeveen. Het college van burgemeester en wethouders van Emmen had het verzoek om een pgb afgewezen, met als argument dat de driewielige scootmobiel nog adequaat en compenserend was. De rechtbank had deze afwijzing bevestigd, maar appellante was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep.
De Raad overwoog dat het college verplicht is om een keuze te bieden tussen een voorziening in natura of een pgb, tenzij er overwegende bezwaren zijn. De vrees van het college voor dubbele kosten werd als een mogelijke onderbouwing voor deze bezwaren gezien, maar de Raad oordeelde dat deze bezwaren niet opgingen, omdat de economische afschrijvingsduur van de driewielige scootmobiel al was verlopen. Appellante had haar aanvraag voor het pgb ingediend na deze termijn, waardoor er geen beletsel was om haar voor een pgb in aanmerking te brengen.
De Raad vernietigde de eerdere uitspraak en het besluit van het college, en kende appellante het pgb toe. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die op € 1.955,-- werden begroot. De uitspraak benadrukt het belang van keuzevrijheid voor personen die afhankelijk zijn van individuele voorzieningen en de voorwaarden waaronder deze keuze kan worden beperkt.