ECLI:NL:CRVB:2012:BW7027
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en intrekking van bijstand en terugvordering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de herziening en intrekking van de bijstand van appellanten, die sinds 30 augustus 2001 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep heeft op 29 mei 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De zaak is ontstaan na meldingen van het Westland Interventie Team (WIT) dat appellant werkend was aangetroffen bij een tuinderij. Na een onderzoek door de Sociale Recherche van de gemeente Zoetermeer, waarbij onder andere getuigen zijn gehoord, heeft het college besloten de bijstand van appellanten met ingang van 1 november 2008 te beëindigen en een bedrag van € 27.783,40 terug te vorderen wegens het niet tijdig en volledig inlichten over de werkzaamheden van appellant.
Appellanten hebben in hoger beroep betoogd dat het college ten onrechte is uitgegaan van een netto-uurloon van € 8,50 en dat de rechtbank het verzoek om een getuige te horen ten onrechte heeft afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat appellanten de inlichtingenverplichting hebben geschonden en dat de onderzoeksresultaten voldoende grondslag bieden voor het oordeel dat appellant het aantal uren dat het college in aanmerking heeft genomen, daadwerkelijk heeft gewerkt. De Raad heeft geoordeeld dat het verzoek om het horen van een getuige te laat is ingediend, waardoor de rechtbank terecht heeft afgezien van het horen van deze getuige.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.