ECLI:NL:CRVB:2013:1100
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- A.J. Schaap
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van WMO-aanvraag wegens gebrek aan geldige verblijfstitel en positieve verplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, geboren in 1983 en vermoedelijk van Somalische nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor maatschappelijke ondersteuning op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze aanvraag werd afgewezen omdat de appellant niet beschikte over een geldige verblijfstitel en er geen positieve verplichting was voor het college om in te grijpen. De Raad bevestigde de afwijzing van de WMO-aanvraag en wees het verzoek om aanhouding van de procedure af, omdat er onvoldoende duidelijkheid was over de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) op eerder ingediende klachten.
De Raad oordeelde dat de appellant niet tot de kwetsbare personen behoort die in het bijzonder recht hebben op bescherming onder artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Ook het beroep op artikel 3 EVRM werd afgewezen, omdat er geen sprake was van een vernederende of onmenselijke behandeling. De Raad benadrukte dat de appellant geen asielzoeker is en dat hij verplicht is Nederland te verlaten. De uitspraak bevestigt de vaste jurisprudentie inzake de koppelingswetgeving, waarbij aan vreemdelingen onder bepaalde voorwaarden rechten worden verleend die aan Nederlandse onderdanen zonder die voorwaarden worden toegekend. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank.