ECLI:NL:CRVB:2013:1445
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en opschorting van bijstandsverlening op basis van niet ontvangen opschortingsbesluiten
In deze zaak gaat het om de intrekking en opschorting van bijstandsverlening aan appellant en T op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant en T ontvingen vanaf 1 mei 2007 bijstand naar de norm voor gehuwden. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft op 3 maart 2011 en 9 maart 2011 besluiten genomen om de bijstandsverlening op te schorten, omdat T niet op uitnodigingen voor gesprekken over haar woon- en leefsituatie was verschenen. De opschorting werd later omgezet in een intrekking van de bijstand per 21 februari 2011. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij en T de opschortingsbesluiten niet hebben ontvangen, waardoor zij niet op de oproepen hebben kunnen reageren. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat appellant en T tijdig van de opschortingsbesluiten op de hoogte waren. Het college heeft geen bewijs kunnen leveren dat de besluiten aangetekend zijn verzonden en op regelmatige wijze zijn aangeboden. Hierdoor kan het appellant niet worden verweten dat hij de termijnen voor herstel van de geconstateerde verzuimen ongebruikt heeft laten verstrijken. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van appellant gegrond verklaard. Het college is veroordeeld in de kosten van appellant, die zijn begroot op € 2.360,-. De uitspraak is openbaar gedaan op 20 augustus 2013.