ECLI:NL:CRVB:2013:2065
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- O.L.H.W.I. Korte
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsverlening op basis van niet verstrekte informatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Middelburg. De appellant, die sinds 2 september 2009 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had zijn woonadres opgegeven, maar het dagelijks bestuur van de Sociale Dienst Walcheren heeft twijfels geuit over zijn daadwerkelijke woonplaats. Dit leidde tot een opschorting van de bijstandsverlening op 26 januari 2010, omdat appellant niet de gevraagde informatie had verstrekt die nodig was om zijn recht op bijstand vast te stellen. Het dagelijks bestuur heeft vervolgens op 10 februari 2010 de bijstand van appellant ingetrokken, omdat hij niet tijdig de gevraagde gegevens had overgelegd.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze intrekking ongegrond verklaard, wat appellant heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan. Tijdens de zitting op 3 september 2013 heeft appellant, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend en zich laten vertegenwoordigen door een medewerker.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hem van het niet tijdig verstrekken van de gevraagde gegevens geen verwijt kan worden gemaakt. De Raad oordeelt dat de door het dagelijks bestuur gevraagde informatie van belang was voor de verlening van bijstand en dat appellant niet heeft voldaan aan de voorwaarden die in artikel 54, vierde lid, van de WWB zijn gesteld. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep van appellant ongegrond. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.