ECLI:NL:CRVB:2013:2321
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- J.S. van der Kolk
- G.W.B. van Westen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op WIA-uitkering en medische grondslag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin werd geoordeeld dat appellant geen recht heeft op een WIA-uitkering. Appellant, die als operator werkte, is op 20 november 2008 uitgevallen door rugklachten na een ongeval. Na een onderzoek door een arts van het Uwv in 2010, werd vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag voor een WIA-uitkering. Het Uwv verklaarde het bezwaar van appellant ongegrond, wat resulteerde in de aangevallen uitspraak van de rechtbank.
In hoger beroep voerde appellant aan dat zijn rugklachten en psychische klachten, waarvoor hij onder behandeling is, niet adequaat zijn beoordeeld. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de rechtbank de gronden van appellant afdoende heeft besproken en gemotiveerd waarom deze niet slagen. De Raad onderschrijft de conclusies van de rechtbank en stelt vast dat de bezwaarverzekeringsarts zorgvuldig heeft gehandeld. De medische grondslag van het bestreden besluit is voldoende onderbouwd en er zijn geen aanwijzingen dat de beperkingen van appellant niet correct zijn vastgesteld.
De Raad concludeert dat er geen reden is om de door de primaire arts aangenomen beperkingen te wijzigen. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken.