ECLI:NL:CRVB:2013:2785
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- J.J.A. Kooijman
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van inlichtingen- en medewerkingsverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) vanwege een schending van de inlichtingen- en medewerkingsverplichting door appellante. Appellante ontving bijstand als alleenstaande en heeft op 22 juni 2011 een zoon gekregen, erkend door haar vriend. De situatie leidde tot vragen over haar woonsituatie, waarop zij op 17 augustus 2011 verklaarde hoofdzakelijk in haar eigen woning te verblijven. Echter, het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen constateerde dat het energie- en waterverbruik op haar adres lager was dan gemiddeld, wat aanleiding gaf tot een huisbezoek op 7 december 2011. Appellante was echter niet in staat om het huisbezoek mogelijk te maken, omdat zij haar huissleutel aan een vriendin had gegeven. Het college besloot daarop de bijstand met ingang van 7 december 2011 in te trekken, omdat appellante niet had meegewerkt aan het huisbezoek. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep tegen dit besluit ongegrond, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet heeft voldaan aan haar verplichtingen onder de WWB. De Raad stelt vast dat er een redelijke grond was voor het huisbezoek en dat appellante's argumenten voor het niet kunnen meewerken niet als een zeer dringende reden kunnen worden aangemerkt. De Raad bevestigt dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken, omdat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld door het gebrek aan medewerking van appellante. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.