Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Appellant, die in augustus 2003 ziek werd gemeld met lichamelijke en psychische klachten, had een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend. Het Uwv weigerde deze aanvraag en stelde dat appellant recht had op een WAO-uitkering, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%. Appellant was het niet eens met deze beslissing en stelde dat zijn psychische problematiek niet correct was ingeschat door het Uwv.
De rechtbank had eerder de bevindingen van een deskundige gevolgd en geen aanleiding gezien om de beoordeling door het Uwv als onzorgvuldig te beschouwen. In hoger beroep voerde appellant aan dat de deskundige de beperkingen van zijn psychische toestand had onderschat. De Raad heeft de rapporten van de psychiater en psycholoog van appellant in overweging genomen, maar concludeerde dat de deskundige een zorgvuldig en consistent onderzoek had uitgevoerd. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat er geen reden was om te twijfelen aan de verzekeringsgeneeskundige onderbouwing van het bestreden besluit.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om vergoeding van wettelijke rente af. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, met M.C. Bruning als voorzitter en R.E. Bakker en K. Wentholt als leden, in aanwezigheid van griffier I.J. Penning. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 6 december 2013.