ECLI:NL:CRVB:2013:2968
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- R.E. Bakker
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Beoordeling geschiktheid appellant voor geselecteerde functies in het kader van WAZ-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Alkmaar. Appellant, directeur-grootaandeelhouder van een stratenmakerbedrijf, ontving zowel een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) als een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Het Uwv had in een besluit van 12 april 2010 medegedeeld dat de uitkeringen van appellant niet zouden worden herzien, wat door de rechtbank in een eerdere uitspraak werd bevestigd. Appellant was van mening dat zijn beperkingen bij het zitten niet correct waren weergegeven in de Functionele Mogelijkhedenlijst, waardoor de geselecteerde functies niet zouden aansluiten bij zijn mogelijkheden.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellant in hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank de door appellant aangevoerde gronden op juiste wijze had beoordeeld. De Raad oordeelde dat de geschiktheid van appellant voor de geselecteerde functies voldoende was gemotiveerd door de bezwaararbeidsdeskundige. Er werd vastgesteld dat er in de geselecteerde functies geen sprake was van een gedwongen zithouding, waardoor voldoende verzitten mogelijk was. De Raad bevestigde dat de medische beoordeling door het Uwv niet in twijfel was getrokken door appellant, aangezien hij geen nieuwe informatie had ingediend die de eerdere beoordeling zou kunnen ondermijnen.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat de geselecteerde functies geschikt waren voor appellant. Er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de geschiktheid van functies in het kader van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de noodzaak voor appellanten om nieuwe en relevante informatie aan te leveren in hoger beroep.