ECLI:NL:CRVB:2013:717
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een Wajong-uitkering op basis van medische en arbeidskundige onderzoeken
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante, A. te B., tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar aanvraag voor een Wajong-uitkering af te wijzen. Appellante, geboren op 2 februari 1985, had op 24 juni 2010 een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Wet Wajong, omdat zij meende dat zij door een persoonlijkheidsstoornis niet in staat was om meer dan 75% van het minimumloon te verdienen. Het Uwv heeft na een verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek op 20 juli 2010 besloten dat appellante geen recht had op de uitkering, omdat zij in staat was om te werken en in het verleden meer dan 75% van het minimumloon had verdiend.
Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit bezwaar ongegrond verklaard op 21 oktober 2010. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellante tegen deze beslissing op 3 augustus 2011 ongegrond verklaard, omdat er onvoldoende aanleiding was om te twijfelen aan de beoordeling van de bezwaarverzekeringsarts. In hoger beroep herhaalt appellante haar standpunt dat het Uwv onvoldoende onderzoek heeft verricht naar haar medische toestand en dat de rechtbank haar ten onrechte het verwijt maakt dat zij geen nieuwe medische informatie heeft overgelegd.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen aanknopingspunten zijn om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het onderzoek door de bezwaarverzekeringsarts. De Raad stelt vast dat de bezwaarverzekeringsarts appellante heeft onderzocht, het dossier heeft bestudeerd en relevante informatie heeft opgevraagd bij de behandelend psycholoog. De Raad concludeert dat de bezwaarverzekeringsarts geen medische argumenten heeft gevonden om af te wijken van de eerdere beoordeling en dat de huidige medische situatie van appellante niet relevant is voor de beoordeling van haar recht op een Wajong-uitkering in de periode waar het om gaat. Het hoger beroep van appellante wordt afgewezen en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.