ECLI:NL:CRVB:2014:1111
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- M.M. Spaans
- Rechtspraak.nl
Geen recht op kinderbijslag wegens onvoldoende bijdrage in onderhoud van kinderen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. W.F. Wienen, had kinderbijslag ontvangen voor zijn kinderen, maar de Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft hem medegedeeld dat hij vanaf het eerste kwartaal van 2009 geen recht meer had op deze uitkering. Dit was gebaseerd op het feit dat hij niet in voldoende mate had bijgedragen in het onderhoud van zijn drie kinderen, die bij zijn broer in Egypte verblijven. De Svb vorderde bovendien een bedrag van € 5.626,74 terug, omdat appellant te veel kinderbijslag had ontvangen.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarop hij in hoger beroep ging. Appellant stelde dat hij voor twee van zijn kinderen in voldoende mate had bijgedragen, maar niet voor de derde, [Y.], voor wie hij geen kinderbijslag had aangevraagd. De Raad oordeelde dat het niet relevant was dat appellant geen aanvraag had gedaan voor [Y.], omdat de onderhoudsbijdrage gelijkelijk wordt toegerekend aan alle kinderen waarvoor recht op kinderbijslag kan bestaan. De Raad bevestigde dat appellant in de kwartalen in geding niet in voldoende mate had bijgedragen in het onderhoud van alle drie de kinderen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de Svb terecht had besloten dat appellant geen recht had op kinderbijslag voor [Y.], en dat het hoger beroep vergeefs was ingesteld. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door M.M. van der Kade, met M.M. Spaans als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 4 april 2014.