ECLI:NL:CRVB:2014:1245
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Intrekking van inkomensvoorziening wegens niet woonachtig op uitkeringsadres
In deze zaak gaat het om de intrekking van een inkomensvoorziening op grond van de Wet investeren in jongeren (WIJ) voor appellante, die in 1987 is geboren. Appellante ontving deze voorziening, maar het college van burgemeester en wethouders van Soest heeft deze per 1 december 2011 ingetrokken, omdat zij niet op het uitkeringsadres woonachtig zou zijn. Dit besluit volgde na een rechtmatigheidsonderzoek door de sociale recherche, waarbij op 16 juni 2011 en 16 november 2011 huisbezoeken zijn afgelegd. Tijdens deze bezoeken werd vastgesteld dat appellante niet op het uitkeringsadres aanwezig was en er weinig kleding van haar werd aangetroffen. De sociale rechercheurs hebben verklaringen afgenomen van zowel appellante als de hoofdbewoonster van het uitkeringsadres, mevrouw R., die bevestigden dat appellante niet meer op het adres woonde.
Appellante heeft het besluit van het college bestreden en stelde dat het huisbezoek onrechtmatig was en dat de bevindingen buiten beschouwing moesten blijven. De rechtbank Utrecht heeft het beroep tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, wat appellante heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het college op goede gronden heeft besloten de inkomensvoorziening in te trekken. De Raad oordeelde dat het huisbezoek niet onrechtmatig was, omdat de hoofdbewoonster toestemming had gegeven voor het binnentreden. De verklaringen van appellante en R. werden als betrouwbaar beschouwd, en er was geen aanleiding om aan de juistheid van deze verklaringen te twijfelen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 15 april 2014.