Uitspraak
“Resume
Advies
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt appellant in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.010,-;
- bepaalt dat van appellant een griffierecht van € 466,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De zaak betreft de intrekking van de Ziektewet (ZW) en Werkloosheidswet (WW) uitkeringen van betrokkene, die in dienst was bij [naam B.V.]. De Raad oordeelt dat de intrekking van de uitkeringen onterecht was, omdat er wel degelijk sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Betrokkene had een arbeidsovereenkomst ondertekend met [naam B.V.] en had recht op uitkeringen op basis van de WW en ZW. Het Uwv had onvoldoende bewijs geleverd dat er geen dienstbetrekking was, en de rechtbank had terecht geoordeeld dat betrokkene aan de voorwaarden voor een dienstbetrekking voldeed. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de appellant, het Uwv, in de proceskosten van betrokkene moet worden veroordeeld. De kosten van rechtsbijstand worden begroot op € 974,- en de reiskosten op € 36,-, wat leidt tot een totale kostenveroordeling van € 1.010,-. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering door het bestuursorgaan in gevallen van intrekking van uitkeringen.