ECLI:NL:CRVB:2014:1968
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- J.F. Bandringa
- M.C.D. Embregts
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting bij handel in pups
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstand van appellante, die sinds 15 oktober 2004 bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een anonieme melding dat appellante pups te koop aanbood op marktplaats.nl, heeft de gemeente Amsterdam een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek omvatte onder andere een huisbezoek en gesprekken met appellante. De bevindingen toonden aan dat appellante in een jaar tijd meerdere nesten pups had gehad en deze pups te koop aanbood op marktplaats.nl, wat leidde tot de conclusie dat zij inkomsten genereerde uit de verkoop van deze pups.
Op 17 februari 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de bijstand van appellante met terugwerkende kracht ingetrokken, omdat zij haar inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van de inkomsten uit de verkoop van pups. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank Amsterdam heeft de uitspraak van het college bevestigd, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 10 juni 2014 geoordeeld dat appellante niet heeft aangetoond dat zij geen op geld waardeerbare activiteiten heeft verricht. De Raad benadrukte dat het voor bijstandsontvangers niet verboden is om goederen te verkopen, maar dat zij wel verplicht zijn om de inkomsten daarvan te melden. Aangezien appellante geen deugdelijke administratie of boekhouding kon overleggen, kon het college niet vaststellen of appellante recht had op bijstand. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.