ECLI:NL:CRVB:2014:2302
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- J.J.A. Kooijman
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontslagvergoeding en extra uitkering voor ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, waarin haar beroep tegen het ontslagbesluit van het college van burgemeester en wethouders van Veghel ongegrond werd verklaard. Appellante, werkzaam als beleidsmedewerker, had geweigerd een Verklaring integer handelen te ondertekenen, wat leidde tot een reeks van gebeurtenissen, waaronder haar ziekmelding en uiteindelijk ontslag. Het college verleende haar eervol ontslag wegens duurzaam verstoorde verhoudingen, met een regeling voor een WW-uitkering en een bovenwettelijke uitkering. Appellante stelde dat het college de arbeidsverhouding opzettelijk had verstoord om een ontslaggrond te creëren en dat de aangeboden ontslagvergoeding niet in verhouding stond tot haar geleden schade.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college bevoegd was om appellante te ontslaan en dat de regeling die aan haar was aangeboden, inclusief een extra uitkering van 10% tot haar 65e, voldoende was. De Raad concludeerde dat appellante geen recht had op een hogere ontslagvergoeding dan haar was toegekend, omdat het college niet in overwegende mate verantwoordelijk was voor de situatie die tot het ontslag had geleid. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellante af, waarbij ook werd opgemerkt dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.