ECLI:NL:CRVB:2014:2700
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- J.F. Bandringa
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag en schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de afwijzing van twee aanvragen om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De eerste aanvraag, ingediend op 27 december 2011, werd afgewezen op basis van het feit dat de inkomsten van appellante, afkomstig van haar ex-partner, hoger waren dan de voor haar geldende bijstandsnorm. Appellante maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar heeft aangegeven af te zien van het recht om te worden gehoord. Tijdens de behandeling van dit bezwaar diende appellante op 14 februari 2012 een tweede aanvraag in, die door het college niet in behandeling werd genomen omdat appellante niet volledig had voldaan aan de verzoeken om aanvullende gegevens.
De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep tegen de afwijzing van de eerste aanvraag ongegrond, en oordeelde dat appellante niet in haar recht was geschaad door het niet horen. De rechtbank oordeelde ook dat het college niet onzorgvuldig had gehandeld, hoewel het college appellante had moeten informeren over de wijziging van de grondslag van de afwijzing. De rechtbank verklaarde het beroep tegen de afwijzing van de tweede aanvraag eveneens ongegrond.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraken van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij redelijkerwijs niet de gevraagde gegevens kon overleggen, en dat het college bevoegd was om de tweede aanvraag buiten behandeling te stellen. De Raad concludeerde dat de afwijzing van de eerste aanvraag terecht was en dat de hoger beroepen niet slagen.