ECLI:NL:CRVB:2014:3137
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- W.J.A.M. van Brussel
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot herziening van ontslagbesluit van een militair wegens blijvende ongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, een voormalig militair, had verzocht om herziening van zijn ontslagbesluit van 28 april 1999, waarbij hij wegens blijvende ongeschiktheid voor de militaire dienst was ontslagen. De appellant stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die een herziening van het ontslagbesluit rechtvaardigden, namelijk keuringsuitslagen uit 2009 en 2011 waaruit bleek dat hij geschikt was bevonden voor militaire functies. De minister van Defensie had het verzoek om herziening afgewezen, omdat er volgens hem geen sprake was van nieuwe feiten die het eerdere besluit konden ondermijnen.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de keuringsuitslagen uit 2009 en 2011 geen nieuw licht wierpen op de medische situatie van de appellant in de jaren 1997 tot en met 1999. De Raad benadrukte dat de beoordeling van de geschiktheid van de appellant in 1997 was gebaseerd op de omstandigheden van dat moment en dat latere beoordelingen niet relevant waren voor de vraag of het ontslagbesluit van 1999 herzien moest worden.
De Raad concludeerde dat de minister het verzoek om herziening terecht had afgewezen en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven tot een andere beslissing. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.