ECLI:NL:CRVB:2014:3276
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek en toepassing van verzekeringsgeneeskundige protocollen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van de beëindiging van het ziekengeld van appellant, die zich had ziek gemeld met rug- en nekklachten. Appellant, die als verfspuiter werkte, had zich op 26 september 2011 ziek gemeld en was op 3 november 2011 door de verzekeringsarts weer geschikt bevonden voor zijn werk. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vervolgens vastgesteld dat appellant geen recht meer had op ziekengeld. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er sprake was van een zorgvuldig medisch onderzoek. De Raad heeft de bevindingen van de bezwaarverzekeringsarts onderschreven, die had geconcludeerd dat er geen objectieve medische beperkingen waren die de arbeidsongeschiktheid van appellant konden onderbouwen. De Raad heeft ook de door appellant ingebrachte rapporten van zijn behandelend artsen beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze niet voldoende bewijs leverden voor de gestelde klachten. De Raad heeft daarbij verwezen naar eerdere rechtspraak waarin is geoordeeld dat de verzekeringsgeneeskundige protocollen, zoals het Protocol aspecifieke lage rugklachten, niet van toepassing zijn in het kader van de Ziektewet.
Uiteindelijk heeft de Raad geoordeeld dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en de aangevallen uitspraak van de rechtbank heeft bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch onderzoek en de toepassing van relevante protocollen in de beoordeling van het recht op ziekengeld.