ECLI:NL:CRVB:2014:3307
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- A.I. van der Kris
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Beoordeling duurzaamheid arbeidsongeschiktheid en toekenning WGA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Maastricht. Appellante had een WGA-uitkering aangevraagd, maar het Uwv had vastgesteld dat zij per 14 september 2011 recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering, met een mate van arbeidsongeschiktheid van 59%. Later werd dit percentage verhoogd naar 80 tot 100%, maar de verzekeringsarts bezwaar en beroep oordeelde dat de volledige arbeidsongeschiktheid van appellante niet duurzaam was. Appellante was van mening dat haar situatie wel degelijk duurzaam was en dat zij recht had op een IVA-uitkering. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad heeft de argumenten van appellante in hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep terecht had vastgesteld dat er geen sprake was van een duurzaam arbeidsongeschiktheidsbeeld. De Raad benadrukte dat de verzekeringsarts een gedegen afweging had gemaakt op basis van de medische gegevens en dat er voldoende aanwijzingen waren dat de situatie van appellante niet als duurzaam kon worden gekwalificeerd. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante op de datum in geding niet voldeed aan de voorwaarden voor een IVA-uitkering. De Raad concludeerde dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.