ECLI:NL:CRVB:2014:3375
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- J.S. van der Kolk
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid voor loongerelateerde WGA-uitkering na arbeidsongeschiktheid door lichamelijke en psychische klachten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard. Appellante, die als gevolg van lichamelijke en psychische klachten arbeidsongeschikt is geraakt, heeft in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) een loongerelateerde WGA-uitkering aangevraagd. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat appellante beperkingen heeft door endometriose en een bipolaire stoornis, maar heeft haar arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 35 tot 80%. Appellante is het niet eens met deze beoordeling en stelt dat haar beperkingen niet goed zijn ingeschat.
Tijdens de zitting heeft appellante haar klachten toegelicht, waarbij ze aangaf dat ze meer beperkingen ervaart dan het Uwv heeft aangenomen. De bezwaarverzekeringsarts heeft de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) aangepast, maar de bezwaararbeidskundige concludeerde dat de geselecteerde functies nog steeds geschikt zijn voor appellante. De rechtbank heeft de bevindingen van de bezwaarverzekeringsarts onderschreven en geoordeeld dat de geschiktheid van de functies voldoende is aangetoond.
In hoger beroep herhaalt appellante haar standpunt dat haar klachten onvoldoende zijn gewogen. De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellante overwogen, maar komt tot de conclusie dat de bezwaarverzekeringsarts zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de geschiktheid van de functies in voldoende mate is aangetoond. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.