ECLI:NL:CRVB:2014:3462
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 17 oktober 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:3462, werd een verzoek om schadevergoeding behandeld wegens de overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure. Verzoeker had op 19 augustus 2011 hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 juli 2011, waarbij het Uwv betrokken was. De Raad had eerder op 9 augustus 2013 een tussenuitspraak gedaan en op 28 maart 2014 een uitspraak gedaan die leidde tot heropening van het onderzoek naar de schadevergoeding. De Raad stelde vast dat de procedure in totaal vier jaar en vijf maanden had geduurd, waarbij de overschrijding van de redelijke termijn met vijf maanden werd vastgesteld. Dit leidde tot een schadevergoeding van € 500,-, waarvan € 250,- ten laste kwam van de Staat der Nederlanden en € 250,- ten laste van het Uwv. De Raad oordeelde dat de overschrijding van de termijn voornamelijk aan het bestuursorgaan, in dit geval het Uwv, kon worden toegerekend. De Staat had zich gerefereerd aan het oordeel van de Raad. De Raad veroordeelde beide partijen tot betaling van de schadevergoeding en de proceskosten van verzoeker, die op € 236,- werden begroot. De uitspraak benadrukt het belang van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures en de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen.