ECLI:NL:CRVB:2014:3644
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.C.P. Venema
- E.W. Akkerman
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WGA-vervolguitkering en de medische geschiktheid van de geselecteerde functies
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin haar beroep tegen een besluit van het Uwv over de WGA-vervolguitkering ongegrond werd verklaard. Appellante, die zich op 25 januari 2010 ziek meldde als thuishulp vanwege longklachten, had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet WIA. Het Uwv had vastgesteld dat appellante recht had op een WGA-vervolguitkering, maar appellante was het niet eens met de medische beoordeling en de vastgestelde beperkingen. De rechtbank oordeelde dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek had verricht en dat de medische beperkingen van appellante niet waren onderschat. In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt dat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was, gesteund door haar behandelend artsen. De Raad voor de Rechtspraak bevestigde echter de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij werd gesteld dat de medische beoordeling door het Uwv correct was en dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, medisch passend waren voor appellante. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om een deskundige te benoemen en dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak werd openbaar gedaan op 7 november 2014.