Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het beroep tegen het besluit van 9 augustus 2011 ongegrond;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een uitspraak van de rechtbank Alkmaar. De betrokkene, die na een auto-ongeval in Australië arbeidsongeschikt raakte, had een uitkering aangevraagd op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Het Uwv had in eerdere besluiten de aanvraag afgewezen, maar later gegrond verklaard, waarbij het dagloon was vastgesteld op € 20,57. De rechtbank oordeelde dat het beroep van microbioloog, dat betrokkene voor zijn arbeidsongeschiktheid uitoefende, als gewoonlijk uitgeoefend beroep moest worden aangemerkt. Het Uwv ging hiertegen in hoger beroep, stellende dat betrokkene geen gewoonlijk uitgeoefend beroep kon aanwijzen vanwege de verschillende functies die hij had vervuld.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv op goede gronden had vastgesteld dat het beroep van microbioloog ten tijde van de arbeidsongeschiktheid niet als het gewoonlijk uitgeoefende beroep van betrokkene kon worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat betrokkene in de vier jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid niet als microbioloog had gewerkt en dat hij geen concrete inspanningen had geleverd om in dat beroep terug te keren. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat de redelijke termijn in de procedure niet was overschreden.