ECLI:NL:CRVB:2014:4090
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- J.F. Bandringa
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over afwijzing verzoek om incidentele aanvullende uitkering op basis van de Wet werk en bijstand
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 9 december 2014, wordt het hoger beroep behandeld van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht tegen de afwijzing van een verzoek om een incidentele aanvullende uitkering (IAU) voor het jaar 2010. Het verzoek, dat een bedrag van € 528.594,- betrof, werd afgewezen door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, onder verwijzing naar het advies van de Toetsingscommissie WWB (TC). De Raad oordeelt dat de staatssecretaris zich in beginsel mag verlaten op het advies van de TC, maar dat de motivering van dit advies tekortschiet. De TC heeft niet voldoende inzichtelijk gemaakt waarom de inspanningen van appellant in 2010 op het gebied van uitstroombevordering en handhaving niet als voldoende zijn beoordeeld, en waarom de extra aandacht voor jongeren niet relevant werd geacht. Dit gebrek in de motivering leidt tot de conclusie dat het advies onvoldoende draagkrachtig is.
De Raad draagt de staatssecretaris op om het gebrek in het besluit te herstellen. De uitspraak volgt op een procesverloop waarin appellant hoger beroep heeft ingesteld na een ongegrondverklaring van zijn beroep door de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in detail onderzocht, waaronder de criteria voor het toekennen van een IAU en de rol van de TC in dit proces. De Raad concludeert dat de staatssecretaris binnen acht weken na verzending van de tussenuitspraak het besluit moet herstellen, met inachtneming van de overwegingen van de Raad.