ECLI:NL:CRVB:2014:4109
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- J.F. Bandringa
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor incidentele aanvullende uitkering op basis van statistische criteria
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het betreft een afwijzing van een aanvraag voor een incidentele aanvullende uitkering (IAU) door het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen. De aanvraag werd afgewezen omdat niet voldaan werd aan de statistische criteria zoals vastgelegd in artikel 15, vijfde lid, van de Regeling WWB en WIJ. De Toetsingscommissie WWB (TC) had de door appellant gegeven analyse van de arbeidsmarktsituatie niet als voldoende uitzonderlijk beoordeeld. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, wat door de Centrale Raad werd bevestigd.
De appellant had op 30 augustus 2012 een verzoek ingediend voor een IAU over 2011, maar de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid had dit verzoek afgewezen. De TC had vastgesteld dat de situatie op de arbeidsmarkt in Vlissingen niet voldeed aan de criteria voor een uitzonderlijke situatie. De Raad heeft de argumenten van appellant, waaronder de stijging van het aantal niet werkende werkzoekenden en faillissementen in de regio, niet overtuigend geacht. De staatssecretaris en de TC hebben de afwijzing van de aanvraag zorgvuldig onderbouwd en de Raad heeft geen aanleiding gezien om hieraan te twijfelen.
De uitspraak bevestigt dat de beoordeling van de TC en de staatssecretaris in overeenstemming was met de wet- en regelgeving. De Raad heeft geoordeeld dat de argumenten van appellant niet voldoende waren om aan te tonen dat er sprake was van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt, en heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er zijn geen proceskosten toegewezen, aangezien er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.