ECLI:NL:CRVB:2014:4110

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
9 december 2014
Publicatiedatum
9 december 2014
Zaaknummer
13-4202 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing bijzondere bijstand voor de kosten van een hooglaag bed

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant, die bijstand ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had bijzondere bijstand aangevraagd voor de (meer)kosten van een hooglaag bed, noodzakelijk vanwege zijn dwarslaesie. De zorgverzekeraar had appellant de keuze gegeven tussen een speciaal bed of een vergoeding van maximaal € 600,-. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft de aanvraag afgewezen, omdat appellant een beroep kon doen op de zorgverzekeraar en de aangeboden voorziening als passend en toereikend werd beschouwd.

De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep zijn standpunt herhaald, waarbij hij stelde dat het aangeboden standaard hooglaag bed niet geschikt was vanwege zijn gewicht van 110 kilo. Hij overhandigde een offerte voor een duurder bed en een verklaring van zijn huisarts. De Raad heeft echter geoordeeld dat de verklaring van de huisarts onvoldoende onderbouwing biedt voor de noodzaak van een ander bed, aangezien de zorgverzekeraar had aangegeven dat een standaard hooglaag bed geschikt is voor personen tot 130 kilo.

De Raad heeft vastgesteld dat de voorliggende voorziening, in dit geval de zorgverzekering, passend en toereikend is. Appellant is er niet in geslaagd aan te tonen dat de aangeboden voorziening niet voldeed aan zijn behoeften. De Raad heeft het hoger beroep van appellant afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

13/4202 WWB
Datum uitspraak: 9 december 2014
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
11 juli 2013, 13/554 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (college)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. A.J.G. Tijhuis, advocaat, hoger beroep ingesteld. Als opvolgend gemachtigde heeft zich gesteld mr. T. de Heer, advocaat.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 oktober 2014. Namens appellant is verschenen mr. De Heer. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door
drs. A.A. Brouwer.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellant ontvangt bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB). Op 25 november 2012 heeft appellant bijzondere bijstand aangevraagd voor de (meer)kosten van een hooglaag bed. Appellant heeft een dwarslaesie en is voor de dagelijkse verpleging aan huis aangewezen op een aangepast bed. De zorgverzekeraar Agis heeft appellant op grond van de polisvoorwaarden de keuze gegeven tussen een bed in speciale uitvoering van een door Agis gecontracteerde zorgverlener of een vergoeding van maximaal € 600,-.
1.2.
Bij besluit van 4 december 2012, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 17 januari 2013 (bestreden besluit), heeft het college deze aanvraag afgewezen. Daaraan heeft het college ten grondslag gelegd dat appellant voor de kosten waarin bijstand wordt gevraagd een beroep kan doen op Agis zorgverzekeringen en dat deze voorziening gezien haar aard en doel als toereikend en passend wordt gezien. Het college is niet gebleken van zeer dringende redenen als bedoeld in artikel 16 van de WWB om in afwijking van de algemene regel over te gaan tot verstrekking van (aanvullende) bijzondere bijstand voor de aanschaf van een hooglaag bed.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft zich tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Appellant heeft zijn eerder in bezwaar en beroep ingenomen standpunt herhaald, inhoudende dat hij 110 kilo weegt waardoor het door Agis aangeboden standaard hooglaag bed voor hem niet voldoet. Appellant heeft van het in bijzondere medische hulpmiddelen gespecialiseerde bedrijf ‘Beyond Medical’ een offerte ontvangen voor een hooglaag bed van € 3.824,-, zodat de bijdrage van € 600,- van zorgverzekeraar Agis niet toereikend is. Ter ondersteuning van zijn standpunt heeft appellant een verklaring van 17 juli 2013 van zijn huisarts overgelegd.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Op grond van artikel 5, aanhef en onder e, van de WWB wordt onder een voorliggende voorziening verstaan elke voorziening buiten deze wet waarop de belanghebbende of het gezin aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen ter verwerving van middelen of ter bekostiging van speciale uitgaven.
4.2.
Ingevolge artikel 15 van de WWB bestaat geen recht op bijstand voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn.
4.3. Volgens vaste rechtspraak van de Raad (uitspraak van 29 januari 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BY9838) worden de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten voor de kosten van (para)medische zorg in beginsel als een aan de WWB voorliggende, toereikende en passende voorziening als bedoeld in artikel 15 van de WWB beschouwd.
4.4. Niet in geschil is dat een hooglaag bed voor appellant medisch noodzakelijk is. In geschil is de vraag of de door de zorgverzekeraar aangeboden voorziening voor een hooglaag bed passend en toereikend is. Gelet op het standpunt van appellant dat een standaard hooglaag bed niet geschikt is gezien zijn gewicht, heeft het college navraag gedaan bij de leverancier van Agis zorgverzekeringen, de firma Kesten. Uit de verkregen informatie valt af te leiden dat een standaard hooglaag bed geschikt is voor personen met een gewicht tot 130 kilo. Appellant heeft dit niet weersproken. Dit betekent dat de voorliggende voorziening passend en toereikend is.
4.5.
Het betoog van de gemachtigde van appellant ter zitting dat het college nader medisch onderzoek had moeten verrichten, faalt. Zoals de Raad eerder heeft overwogen (uitspraak van 31 juli 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BX3359) ligt het op de weg van de aanvrager van bijzondere bijstand om aannemelijk te maken dat een voorliggende voorziening niet passend of toereikend is. Appellant is daarin niet geslaagd. De verklaring van de huisarts van 17 juli 2013 is ontoereikend om aan te nemen dat appellant een ander bed dan een standaard bed nodig heeft, omdat enige onderbouwing daarvoor ontbreekt. In deze verklaring wordt slechts vastgesteld dat het door Agis voorgestelde bed niet aan de behoefte van appellant voldoet vanwege zijn overgewicht. Dit punt is bekend en zoals blijkt uit 4.4 reeds weerlegd.
4.6.
Uit 4.1 tot en met 4.5 volgt dat het hoger beroep niet slaagt, zodat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door Y.J. Klik, in tegenwoordigheid van C. Moustaïne als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 december 2014.
(getekend) Y.J. Klik
(getekend) C. Moustaïne

HD