ECLI:NL:CRVB:2014:4252
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijzondere bijstand voor verzendkosten en inktcartridges
Op 16 december 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellanten die een aanvraag om bijzondere bijstand hadden ingediend voor de kosten van een cartridge, papier en het aangetekend verzenden van stukken in verband met het indienen van bijstandsaanvragen en bezwaarschriften. De aanvraag was eerder afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas, omdat deze kosten niet als noodzakelijk werden beschouwd. De rechtbank Oost-Brabant had het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna appellanten in hoger beroep gingen.
De Raad heeft vastgesteld dat volgens artikel 35, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (WWB) recht op bijzondere bijstand bestaat voor noodzakelijke kosten die niet uit andere middelen kunnen worden voldaan. De Raad heeft in zijn beoordeling benadrukt dat het aan de aanvrager is om aannemelijk te maken dat de gevraagde kosten noodzakelijk zijn. In eerdere jurisprudentie is al geoordeeld dat verzendkosten en kosten van inktcartridges niet kunnen worden aangemerkt als noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.
In deze zaak hebben appellanten niet kunnen aantonen dat de kosten voor de cartridge, papier en het aangetekend verzenden van stukken in hun situatie noodzakelijk waren. De Raad concludeert dat de aangevoerde redenen, waaronder een gebrek aan vertrouwen in de gemeentelijke organisatie, onvoldoende zijn om tot een ander oordeel te komen. De Raad bevestigt dan ook de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.