ECLI:NL:CRVB:2015:1239
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- R.E. Bakker
- J.P.M. Zeijen
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de weigering van een WIA-uitkering en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 17 april 2015, wordt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant besproken. Appellant had zich op 1 december 2008 arbeidsongeschikt gemeld vanwege nek-, schouder- en armklachten, en rugklachten. Het Uwv had vastgesteld dat appellant per 29 november 2010 geen recht had op een WIA-uitkering omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. In 2011 meldde appellant een verergering van zijn rugklachten, maar het Uwv concludeerde dat er geen recht op een uitkering was omdat de arbeidsmogelijkheden niet waren verminderd ten opzichte van de eerdere beoordeling.
De Raad oordeelt dat het Uwv ten onrechte heeft aangenomen dat de toegenomen arbeidsongeschiktheid van appellant niet voortkomt uit dezelfde ziekteoorzaak. De Raad stelt vast dat de medische bevindingen niet buiten twijfel staan en dat er wel degelijk een oorzakelijk verband bestaat tussen de eerdere en latere arbeidsongeschiktheid. De Raad draagt het Uwv op om het besluit te herstellen, aangezien de motivering van het bestreden besluit ondeugdelijk is. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het Uwv om een zorgvuldige medische en arbeidskundige beoordeling te maken bij het vaststellen van de mate van arbeidsongeschiktheid.