ECLI:NL:CRVB:2015:1246
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ongeschiktheidsontslag en schorsing van een ambtenaar bij de Kredietbank Limburg
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag van appellante door het bestuur van de Kredietbank Limburg. Appellante was sinds 1993 in dienst bij de Gemeentelijke sociale dienst van de gemeente Kerkrade en kwam in 2005 in dienst bij de Kredietbank Limburg. Het bestuur verleende appellante op 16 november 2012 eervol ontslag wegens ongeschiktheid, omdat zij sinds 2006 onvoldoende functioneerde in haar functie. Appellante had meerdere keren gesprekken gehad over haar functioneren, maar verbeteringen bleven uit. Het bestuur handhaafde ook een eerdere schorsing van appellante, die op 5 december 2012 was opgelegd wegens dienstbelang. De Raad oordeelde dat het bestuur bevoegd was om het ontslag te verlenen en dat de schorsing terecht was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Limburg, die het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. De Raad concludeerde dat appellante voldoende kansen had gekregen om haar functioneren te verbeteren, maar dat zij hier niet in was geslaagd. De Raad oordeelde dat het dienstbelang zich verzette tegen haar terugkeer naar de functie, gezien haar ongeschiktheid.