ECLI:NL:CRVB:2015:1248
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag zelfstandige op basis van urencriterium en IOAZ-regeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, een zelfstandige geboren in 1953, had aanvragen ingediend voor bijstand op basis van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ). De aanvragen werden afgewezen omdat de appellant niet voldeed aan het urencriterium, een vereiste voor het verkrijgen van bijstand. De Raad oordeelde dat de appellant, die sinds 1 maart 2008 arbeidsongeschikt was, niet aan de voorwaarden voldeed om als zelfstandige te worden aangemerkt. De Raad benadrukte dat de bepalingen van de IOAZ, die sinds 29 december 2005 niet meer van toepassing zijn, niet van toepassing waren op de appellant. De Raad concludeerde dat de afwijzing van de aanvragen terecht was, omdat de appellant niet tot de kring van rechthebbenden behoorde. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.