ECLI:NL:CRVB:2015:1253
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door betrokkene
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Het geschil betreft de intrekking van de bijstandsuitkering van betrokkene, die volgens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden. Betrokkene had op 29 oktober 2013 een aanvraag om bijstand ingediend, waarbij hij aangaf dakloos te zijn en op twee locaties te verblijven. Echter, handhavingsmedewerkers hebben vastgesteld dat betrokkene niet op de opgegeven locaties verbleef, wat leidde tot de conclusie dat zijn recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de onderzoeksgegevens die door het college zijn verzameld, voldoende grondslag bieden voor de intrekking van de bijstand. Betrokkene heeft aangevoerd dat het onderzoek onjuist is uitgevoerd en dat er maatwerk had moeten worden geleverd, maar de Raad oordeelde dat de sms-procedure niet van toepassing was op zijn situatie. De Raad bevestigde dat de intrekking van de bijstand met ingang van 13 november 2013 terecht was, omdat betrokkene zijn inlichtingenverplichting had geschonden.
De uitspraak concludeert dat het beroep van betrokkene tegen het nader besluit ongegrond is en dat het college in de kosten van de rechtsbijstand van betrokkene wordt veroordeeld. De beslissing is openbaar uitgesproken en de kosten van de rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 1.225,-, met een griffierecht van € 493,- dat door appellant moet worden betaald.