Uitspraak
OVERWEGINGEN
.
.De gronden dat de hennepkwekerij slechts drie weken actief is geweest, dat uit het proces-verbaal ‘inzet warmtebeeld-camera’ van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had een Ziektewet (ZW) uitkering ontvangen, die met terugwerkende kracht werd herzien omdat hij inkomsten had genoten uit een hennepkwekerij, welke hij niet had gemeld. De Raad oordeelde dat het onderzoek van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) zorgvuldig was uitgevoerd en dat er voldoende bewijs was dat de appellant in de periode van 28 februari 2011 tot en met 27 april 2011 betrokken was bij de hennepkwekerij. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De appellant had aangevoerd dat hij geen inkomsten had ontvangen en dat de hennepkwekerij slechts drie weken actief was geweest, maar de Raad oordeelde dat de appellant niet voldoende had aangetoond dat hij geen inkomsten had genoten. De Raad concludeerde dat de appellant zijn wettelijke inlichtingenplicht had geschonden en dat het Uwv terecht het toekenningsbesluit had herzien en het onverschuldigd betaalde ziekengeld had teruggevorderd.