ECLI:NL:CRVB:2015:1942
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van ZW-uitkering en geen verlenging van WW-uitkering na ziekmelding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die voorheen werkzaam was als medewerker cleanroom op basis van de Wet sociale werkvoorziening (WSW), had zich op 3 september 2008 ziek gemeld vanwege lichamelijke en psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde echter een Ziektewet (ZW)-uitkering aan appellant toe te kennen, omdat hij per 21 januari 2009 geschikt werd geacht voor zijn arbeid. De rechtbank had het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verzekeringsarts van het Uwv overtuigend heeft gemotiveerd dat de beperkingen van appellant geen belemmering vormden voor het verrichten van de maatgevende arbeid. De Raad heeft daarbij gekeken naar de rapporten van de verzekeringsarts en de medische gegevens die beschikbaar waren. Appellant had in hoger beroep aangevoerd dat het Uwv onvoldoende had gemotiveerd waarom zijn belastbaarheid per 21 januari 2009 niet wezenlijk verschilde van het deskundigenoordeel in september 2008. De Raad oordeelde echter dat appellant zijn standpunt niet met nadere medische stukken had onderbouwd.
De Raad heeft ook opgemerkt dat de WSW-indicatie van 10 september 2009 niet betrekking had op de medische situatie van appellant op de datum in geding en dat het wettelijk toetsingskader van de WSW wezenlijk verschilt van dat van de ZW. Gezien deze overwegingen heeft de Raad het hoger beroep van appellant afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.