ECLI:NL:CRVB:2015:1992
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- J.F. Bandringa
- S. Hindriks-Roose
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsmaatregelen en recidive in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die betrekking heeft op de bijstandsverlening op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant ontving bijstand naar de norm voor een alleenstaande en had de verplichting om gebruik te maken van een door het college aangeboden re-integratievoorziening. Appellant heeft zich echter niet gehouden aan de gemaakte afspraken en heeft zich regelmatig ziek gemeld. Dit leidde tot verschillende maatregelen van het college, waaronder een schriftelijke waarschuwing en verlaging van de bijstand. De rechtbank heeft het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten, omdat appellant zich zonder goede reden had afgemeld voor een medische keuring. In hoger beroep heeft appellant zich tegen deze beslissing gekeerd, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college terecht de bijstand heeft verlaagd. De Raad stelt vast dat appellant niet heeft aangetoond dat hij door ziekte niet in staat was om de keuring bij te wonen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt dat de opgelegde maatregel niet disproportioneel is, aangezien appellant zelf verantwoordelijk is voor zijn medewerking aan de re-integratie.