ECLI:NL:CRVB:2015:2315

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 mei 2015
Publicatiedatum
15 juli 2015
Zaaknummer
14-2368 ZVW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden appellant zonder erfgenamen

In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, is het hoger beroep ingediend door de wijlen appellant, die laatstelijk woonachtig was in Portugal. De zitting vond plaats op 13 mei 2015, waar de rechtbank Amsterdam eerder op 28 februari 2014 een uitspraak had gedaan in de zaak met nummer 13/4384. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de indiener van het hoger beroep was overleden. Er is geen bewijs geleverd dat er erfgenamen zijn die de appellant als partij in deze procedure hebben opgevolgd en die het geding zouden willen voortzetten. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen. De Centrale Raad van Beroep heeft daarom besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De beslissing is openbaar uitgesproken en berust op de overweging dat er geen mogelijkheid is om het hoger beroep voort te zetten zonder een partij die de belangen van de overleden appellant kan behartigen. Tevens is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, gezien de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

14/2368 ZVW-PV
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 februari 2014, 13/4384 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
wijlen [appellant], laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats], Portugal (appellant)
Zorginstituut Nederland (Zorginstituut) als rechtsopvolger van het College voor zorgverzekeringen
Datum uitspraak: 13 mei 2015
Zitting hebben: mr. H.C.P. Venema, als voorzitter en mr. A.J. Schaap en mr. L.M. Tobé
als leden
Griffier: D. van Wijk
Ter zitting is verschenen: mr. S.E. Berghout, namens het Zorginstituut.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij berust op de volgende overwegingen:
De indiener van het hoger beroep is overleden. Niet is gebleken van erfgenamen die appellant als partij in dit geding zijn opgevolgd en die het geding zouden willen voortzetten. Hieruit volgt dat het belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen. Het hoger beroep zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier, De voorzitter,
(getekend) D. van Wijk (getekend) H.C.P. Venema
IvR