Uitspraak
13/2288 WIA
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 13/2288 WIA-V. De appellant heeft verzocht om vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van de Raad van 20 oktober 2014, omdat hij van mening is dat zijn recht op een eerlijk proces is geschonden. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van de gang van zaken rondom de zitting van 8 september 2014, waar de appellant niet aanwezig kon zijn vanwege vakantie. De kennisgeving voor deze zitting was hem pas laat, en via een buurman, ter kennis gebracht. De Raad heeft het verzoek van de appellant om een nieuwe zittingsdatum te plannen niet ingewilligd en heeft de zaak in afwezigheid van de appellant behandeld.
De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat de appellant niet in staat is gesteld zijn standpunt toe te lichten tijdens de zitting. De Raad kan een eerdere uitspraak vervallen verklaren indien blijkt dat een belanghebbende in zijn processuele belangen is geschaad door het niet in acht nemen van een voorschrift van openbare orde. In dit geval is vastgesteld dat de appellant niet tijdig op de hoogte was van de zitting en dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om zijn standpunt te verdedigen. Daarom heeft de Raad geoordeeld dat de eerdere uitspraak van 20 oktober 2014 niet rechtsgeldig tot stand is gekomen en deze zal vervallen.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep houdt in dat de eerdere uitspraak vervalt en dat de zaak opnieuw door een andere kamer van de Raad zal worden behandeld. Er is geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.